Sommige kinderen zijn nu eenmaal laat met praten. Ze waren wellicht daarvoor drukker met ontwikkelen op andere gebieden. Er is dan sprake van een vertraagde taalontwikkeling, maar dit hoeft niet per se problematisch te zijn. Mocht je je toch zorgen maken dan kun je altijd een logopedist(e) raadplegen.

Benoem alles

Wanneer je samen met je peuter bent is het slim om zoveel mogelijk te benoemen. Praat over de dingen en personen in de omgeving. Zeg bijvoorbeeld: “Kijk daar is…”. Ook kun je vertellen wat jullie aan het doen zijn. Ben je aan het koken? Vertel dan wat je maakt of zeg het stapje voor stapje.

Neem de tijd

Sta eens stil bij wat je kind vertelt en doet. Op deze manier kun je het gesprek maken over iets waar je peuter interesse in heeft. Dit maakt dat je kind makkelijker los kan komen. Vergeet hierbij niet door te vragen. Soms duurt het een voor een kind loskomt.

Of luister juist wat je kind niet vertelt. Kijk naar het non-verbale gedrag van je kind. Gebruikt je kind veel gebaren zoals bijvoorbeeld wijzen of de handen omhoog steken. Wat bedoelt je kind ermee? Benoem het gebaar. Op deze manier leert je peuter het gebaar aan woorden koppelen. Zo word onthouden een stuk makkelijker.

Herhaal, herhaal, herhaal

Wanneer je kind begint met het spreken van woorden en zinnen kun je deze herhalen. Ook kun je ervoor kiezen om de zinnen langer te maken of informatie toe te voegen. Wanneer de woorden niet helemaal correct worden uitgesproken is het handig om te herhalen wat je kind zegt in correct Nederlands. Zegt je kind “naan”, zeg dan “Ja, dat is een banaan”.

Geef de tijd

Naast dat je de tijd moet nemen voor je kind is het ook belangrijk dat je je peuter de tijd geeft om te reageren. Bij sommige kinderen duurt het iets langer voor ze een antwoord klaar hebben en dat is helemaal prima. Geef je kind die tijd ook. Tel desnoods tot 5 of 10 in je hoofd.

Speeltijd!

Ga samen aan de slag met je kind. Bouw een groot bouwwerk of speel een spelletje. Op die manier kun je in gesprek gaan op een laagdrempelig niveau. Daarnaast is het ook belangrijk om je peuter te laten spelen met leeftijdsgenootjes. Van samen spelen leren kinderen een hoop. Ook de ontwikkeling van taal- en spraak word hiermee op een positieve manier gestimuleerd.

Stel vragen, maar pas op

Het is belangrijk om vragen te stellen, maar ook om door te vragen wanneer jullie in gesprek zijn. Maar wees ervan bewust dat je niet te veel vragen stelt. Dat kan ook juist averechts werken. Wanneer je merkt dat vragen ervoor zorgen dat je peuter blokkeert, kun je ervoor kiezen om zelf een verhaal te vertellen.

Let op je taal!

Het is belangrijk om juist geen kinderachtige taal te gebruiken. De kat zegt inderdaad “Miauw”, maar dit is niet het woord dat je bij je peuter aan wil leren. Zeg daarom “Ja, de kat zegt miauw”. Op die manier leert je kindje direct de geluiden aan de dieren te koppelen.

Gebaren gebruiken

Naast het gebruik van woorden en zinnen is het handig om gebaren te gebruiken ter ondersteuning. Wanneer kinderen nog niet (duidelijk) kunnen spreken kunnen gebaren een handig hulpmiddel zijn. Kijk naar de gebaren en lichaamstaal van je kind. Wat probeert hij of zij aan te geven?

Zing bijvoorbeeld liedjes zoals “In de maneschijn” of “Klap eens in je handen” waarbij je gebruik maakt van de gebaren die bij de tekst horen.

Lees samen een boekje

Dagelijks een boekje lezen is goed om de taal- en spraakontwikkeling van je peuter te stimuleren. Probeer het op een vast tijdstip te doen, bijvoorbeeld voor het avondeten of voor het slapengaan. Lees een kinderboek voor of laat je kindje vertellen over het (foto)boek. Ook kun je kiezen voor een boekje over de emoties die op dat moment bij je kindje spelen.

Taalontwikkeling van je peuter

Dit is dan wel geen tip, maar ik wilde graag de taalontwikkeling die gemiddeld is voor peuters met je delen zodat je een beetje een beeld hebt van hoe je peuter zou kunnen ontwikkelen. Natuurlijk kan het zo zijn dat je peuter eerder of later is, maar dat is niet per se problematisch.